Articles

75+ Grappige woorden die je zullen ontstemmen

Avatar
Door Erin CossettaUpdated July 30, 2018

grappige woorden

Grappige woorden zijn leuk om te zeggen. Dit is een verzameling van grappige woorden en hun betekenissen. Voeg ze toe aan je dagelijkse woordenschat en maak het leven van alledag een beetje leuker. Voeg je favoriete grappige woord toe in de comments!
Avatar
Door Erin CossettaUpdated July 30, 2018

grappige woorden

Bumfuzzle – Om iemand in verwarring te brengen.

Lollygag – Treuzelen of overdreven traag zijn.

Nudiustertiaans – Het recente verleden (letterlijk “eergisteren”).

Brouhaha – Een overprikkelde reactie.

Batrachomyomachy – Een berg van een molshoop maken.

Cattywampus – Ongeorganiseerd, wanneer iets niet goed geordend is.

Flibbertigibbet – Een vlokkerig, overdreven spraakzaam persoon.

Quire – De bladeren in een manuscript.

Absquatulate – Plotseling weggaan.

Billingsgate – Grof taalgebruik vol godslastering.

Borborygm – Een woord voor het geluid dat je maag maakt als hij rommelt.

Gardyloo – Een waarschuwing die wordt geschreeuwd voordat er water of afval van boven wordt gegooid.

Malarkey – Onzin.

Ratoon – Een scheut in een gewasplant.

Comeuppance – Een lot of straf die iemand verdient.

Boustrophedon – Een soort oud schrift dat afwisselend van rechts naar links en van links naar rechts wordt geschreven.

Bowyang – Een riem die een broek omhoog houdt.

Pandiculatie – De manier waarop je bovenlichaam zich strekt als je moe bent of geeuwt.

Yarborough – Een zwakke hand bij contractbridge.

Donnybrook – Een opzwepende ruzie.

Anencephalisch – Afwezigheid van alle of een deel van een brein.

Snickersnee – Een groot mes.

Sialoquent – Speeksel spuiten tijdens het spreken.

Xertz – Snel of gulzig drinken of eten.

Nincompoop – Een dom, nutteloos persoon.

Canoodle – Om te knuffelen of dicht bij te komen.

Godwottery – Overdreven ingewikkelde stijl van spreken of tuinieren.

Gonzo – Verre journalistiek.

Cantankerous – Overdreven twistziek of onwillig.

Widdershins – Tegen de klok in.

Wabbit – Een computerterm die verband houdt met een soort denial of service-aanval.

Cockamamie – Onaannemelijk.

Goombah – Een oudere, beschermende vriend of medewerker.

Hobbledehoy – Een jong, onhandig persoon.

Hocus-pocus – Onzin of goocheltruc.

Codswallop – Onzin.

Lickety-split – ASAP.

Mollycoddle – Iemand op een verwende manier behandelen.

Mugwump – Een persoon die afstandelijk of echt onafhankelijk is in politieke zaken.

Collop – Een plak geroosterd vlees.

Namby-pamby – Een persoon met een gebrek aan energie en moed.

Ornery – Krabbig.

Pettifogger – Een inferieure advocaat met dubieuze praktijken.

Rigmarole – Een lange, rammelende verklaring.

Collywobbles – Angst en maagklachten.

Shenanigan – Een ondeugende bezigheid.

Skedaddle – Snel vertrekken.

Smellfungus – Een gewoonte-foutenzoeker.

Snool – Iemand tot onderwerping pesten.

Snollygoster – Een gewiekst, gewetenloos persoon.

Zoantropie – Een persoon die gelooft dat hij in een dier is getransformeerd.

Crapulentie – Een licht gewicht, iemand die ziek wordt tijdens het drinken.

Doozy – Iets opmerkelijks, niet normaal.

Gubbins – De delen van vis die over het algemeen worden weggegooid en niet geconsumeerd.

Erinaceous – Iets dat op een egel lijkt.

Pauciloquent – Iemand die niet veel spreekt, of bijzonder kortaf is als hij praat.

Fard – Overmatig verzonnen.

Fatuous – Dom en zinloos.

Abibliofobie – De angst om zonder leesmateriaal te komen zitten.

Bibble – Software die ruwe afbeeldingen converteert.

Bloviate – Op een lange, opgeblazen manier praten.

Fuddy-duddy – Een persoon die ouderwets of pietluttig is.

Bumbershoot – Een paraplu.

Impignate – Iets verpanden.

Gobbledygook – Taal die zo overdreven technisch en ingewikkeld is dat het onverstaanbaar is.

Troglodyte – Een persoon die in een grot woont.

Vomitory – Een ingang of uitgang in een theater of amfitheater.

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *