ADT Inc.
In 1863 vond Edward A. Calahan een aandelentikker uit en in 1867 richtte hij de Gold and Stock Telegraph Company op om de technologie te exploiteren. Gold and Stock ontwikkelde ook een boodschappensysteem dat instructies van en naar de beursvloer stuurde. Drie jaar later werd de president van de Gold and Stock Telegraph Company wakker van een inbreker in zijn huis, wat hem inspireerde tot het opzetten van een op telegraaf gebaseerd waarschuwingssysteem. Dit systeem verbond uiteindelijk 50 van zijn buren met een centraal station waar alle alarmdozen werden bewaakt. In de 19e eeuw waren er veel kleine telegraafbestelbedrijven in de Verenigde Staten.
In 1874 sloten 57 districtstelegraafbestelbedrijven zich aan en werden “American District Telegraph”. Met de toename van het telefoongebruik aan het eind van de 19e eeuw, nam de populariteit van ADT’s koeriersbedrijf langzaam af. ADT probeerde zijn activiteiten uit te breiden en zijn telegraafbedrijf verder te ontwikkelen, terwijl het nog steeds zijn telegraafbedrijf als primaire bron van inkomsten behield.
ADT ging in 1901 op in Western Union en scheidde zijn koeriersbedrijf van zijn belangrijkste telegraafbedrijf op dat moment. In 1909 kwamen Western Union en ADT onder de controle van American Telephone & Telegraph Company (AT&T). ADT begon zich tussen 1910 en 1930 uit te breiden naar nieuwe gebieden, zoals brandalarmen en beveiligingsalarmen, maar werd gescheiden gehouden van AT&T’s Holmes alarm business. ADT werd een beursgenoteerd bedrijf in de jaren 1960.
In 1964 werd vastgesteld dat ADT een monopolie op handelsbeperking was. Het bleek bijna 80% van de alarmcentrale-diensten in de Verenigde Staten te leveren. In sommige steden, zoals New York City en Memphis, Tennessee, waren zij de enige aanbieder. Er werd ook vastgesteld dat zij concurrenten uit de markt hadden gedrukt door hun prijzen onder de kostprijs te verlagen. Zij rekenden hun nationale klanten zeer lage prijzen aan in steden met concurrenten en veel hogere prijzen waar er geen concurrentie was. ADT werd gedwongen een nationale prijslijst vast te stellen, waarvan niet mocht worden afgeweken, te helpen bij de vestiging van centrale stationconcurrenten in steden zonder concurrentie, en boetes en een drievoudige schadevergoeding te betalen aan de federale overheid, klanten en lokale concurrenten.
In het begin van 1987 kocht de firma Hawley Goodall, eigendom van Lord Ashcroft, het in Indianapolis gevestigde Crime Control Inc, het op drie na grootste bedrijf op de Amerikaanse beveiligingsmarkt, voor 50 miljoen dollar. Later in het jaar kocht het ADT en verhuisde het naar Bermuda. Deze aankoop veranderde Hawley in het toonaangevende beveiligingsbedrijf in de Verenigde Staten en leidde ertoe dat het merendeel van de inkomsten uit de Noord-Amerikaanse markt kwam. Als gevolg van de overname veranderde Hawley haar naam in ADT Limited en besloot zij haar activiteiten te heroriënteren rond beveiligingsdiensten. Eind 1987 verkocht de onderneming haar in Noord-Amerika gevestigde facilitaire diensten aan het Deense ISS A/S. De beruchte seriemoordenaar Dennis Rader werkte van 1974 tot 1988 voor dit bedrijf.
In 1997 werd ADT gekocht door Tyco, door middel van een omgekeerde overname.