Boegvin (Amia calva)
Illustratie © TPWD
Andere namen Grindle, Hondshaai, Grinnel, Cypress Trout, Mud Fish Beschrijving Amia is een Griekse naam voor een niet geïdentificeerde vis, waarschijnlijk de bonito, en calva is Latijn voor “glad”, wellicht verwijzend naar de schubloze kop van de vis. De goudvin heeft een grote bek, voorzien van vele scherpe tanden. Zijn grote kop heeft geen schubben. De rugvin is lang, strekt zich uit over meer dan de helft van de ruglengte, en bevat meer dan 45 stralen. Geen van de vinnen heeft stekels. De staart is rond en de ruggengraat loopt er gedeeltelijk in door. Aan elk neusgat zit een flapje dat op een barbeel lijkt. De rug is gevlekt olijfgroen, overgaand in lichter groen op de buik. Er is een verschil in kleur tussen de vinnen. De rugvin is donkergroen, terwijl alle andere vinnen lichtgroen zijn (wellicht samenvallend met de algemene kleurveranderingen van het lichaam). Jonge vissen hebben een kenmerkende zwarte vlek aan de basis van de bovenste delen van de staartvin. De vlek is gewoonlijk geel of oranje omlijnd. Hoewel de vlek bij volwassen vissen blijft bestaan, is hij bij wijfjes minder opvallend. Levensgeschiedenis De boogvin paait in het late voorjaar. De nesten worden door de mannetjes gebouwd in ondiepe, onkruidrijke gebieden. Vegetatie en slib worden door de mannetjes uit het nest verwijderd en de klevende eitjes hechten zich aan elke harde structuur die overblijft, zoals wortels, grind, hout, enz. De eieren komen na 8-10 dagen uit. De mannetjes bewaken zowel de broedende eieren als de jongen, die tot ongeveer negen dagen na het uitkomen in het nest kunnen blijven. In het begin voeden de jongen zich met kleine ongewervelde dieren zoals cladocerans (watervlooien). Tegen de tijd dat ze ongeveer vier centimeter lang zijn, zijn ze voornamelijk viseters, hoewel rivierkreeftjes een aanzienlijk deel van hun dieet kunnen uitmaken, en ook kikkers worden gegeten. Jonge vissen kunnen in hun eerste jaar tot 12-14 centimeter groot worden. Bowfins houden zich overdag meestal op in dieper water en trekken ’s nachts naar ondiepere gebieden om zich te voeden. Hun zwemblaas dient als long en men kan ze van tijd tot tijd zien opduiken om hun luchtvoorraad te vernieuwen. In het algemeen is de gemiddelde grootte in Texas zes tot acht pond. Verspreidingsgebied Met uitzondering van het Appalachengebergte komt de boogvin van nature voor in het oosten van de VS, van het uiterste zuidoosten van Canada tot de Golfkust. In Texas komt de soort voor in de Red River, de San Jacinto River en de Sabine River, alsmede in de benedenloop van de Brazos en Colorado rivieren. Andere Hoewel boogvinvissen in Texas meestal niet gewild zijn, wordt algemeen erkend dat ze, eenmaal aan de haak geslagen, uitstekende vechters zijn. Sommige sportvissers genieten zelfs van de gedachte om een bowfin aan de haak te slaan. Met betrekking tot de consumptie, worden bowfins meestal beschouwd als een ruwe vis in plaats van een voor de tafel.
- De boegvin wordt soms verward met de noordelijke slangenkop, een mogelijk schadelijke exotische vis die oorspronkelijk uit Azië komt. Hier leest u hoe u ze uit elkaar kunt houden.