Comité van Openbare Veiligheid in de Franse Revolutie
Het Comité van Openbare Veiligheid werd geleid door Maximillien Robespierre, de belangrijkste revolutionair in Frankrijk in die tijd. Als hoofd van het Comité van Openbare Veiligheid, dat het uitvoerend comité van de Nationale Conventie was, zouden hij en het comité bekendheid krijgen door het uitvoeren van het Terreurbewind. Gedurende vele maanden in 1794, streed Robespierre tegen andere revolutionairen in de Nationale Conventie door elk van hun loyaliteiten aan de revolutie in twijfel te trekken. Hij beschuldigde bijvoorbeeld veel mensen ervan een binnenlandse bedreiging voor de voortzetting van de revolutie te zijn. In deze periode werden veel prominente revolutionairen binnen de Nationale Conventie geguillotineerd voor hun vermeende verraad aan de revolutie en manoeuvreerde Robespierre zich een weg naar het hoofd van de conventie. Toen bijvoorbeeld Georges Danton, een vooraanstaand revolutionair, opriep om een einde te maken aan het Terreurbewind, was hij de volgende die de guillotine onder ogen kreeg. Uiteindelijk werd Robespierre op 4 juni 1794 gekozen tot voorzitter van de Nationale Conventie.