Custody, Access and Child Support: Bevindingen van het Nationaal Longitudinaal Onderzoek van Kinderen en Jeugdigen
- Vorige pagina
- Inhoudsopgave
- Volgende pagina
III – WANNEER OUDERS ScheIDEN: CANADIAANSE KINDEREN UIT ONGESLOTEN GEZINNEN EN DE WET (vervolg)
Wettelijk gezag, leefregelingen en omgang met de niet-verzorgende ouder
Laten we eerst eens kijken hoe de situaties waarin de ouders zeiden dat ze een gerechtelijk bevel voor het gezag hadden, verschilden van die waarin er geen gerechtelijk bevel was. Is er een verschil wat betreft het contact met de niet-gezaghebbende ouder en de woonsituatie van de kinderen?
Om informatie te verkrijgen over de feitelijke woonsituatie van de kinderen, werden in de enquête de volgende vragen gesteld:
-
Bij wie woonde … verder op het moment van de scheiding?
- 1. Uitsluitend moeder
- 2. Uitsluitend vader
- 3. Gedeelde tijd, voornamelijk moeder
- 4. Gedeelde tijd, voornamelijk vader
- 5. Gelijk gedeelde tijd, moeder en vader
- 6. Andere
- 8. Weet niet
- 9. Weigering
-
Op dat moment, wat voor soort contact had … met zijn/haar andere ouder?
- 1. Regelmatig bezoek, elke week
- 2. Regelmatig bezoek, elke twee weken
- 3. Regelmatig bezoek, maandelijks
- 4. Onregelmatig bezoek, alleen op feestdagen
- 5. Onregelmatig bezoek, zonder vast patroon
- 6. Alleen telefonisch of schriftelijk contact
- 7. Geen enkel contact
- 8. Anders
- 98. Weet niet
- 99. Weigering
Voor onze analyse hebben we bezoek elke week of om de twee weken gedefinieerd als “regelmatig bezoek”; bezoek maandelijks, alleen op feestdagen of zonder vast patroon als “onregelmatig bezoek”; en we hebben alleen telefonisch of briefcontact met helemaal geen contact opgenomen onder de noemer “nooit bezoek.”
- Vorige pagina
- Inhoudsopgave
- Volgende pagina
Datum gewijzigd: 2015-01-07