De Aleoeten
15 mei 2014JPEG
In zijn noordwaartse kruip schuurt de Pacifische tektonische plaat tegen de Noord-Amerikaanse plaat, waardoor de beroemde San Andreas en Denali strike-slip breuken ontstaan. In het zuidwesten van Alaska ontmoeten deze twee platen elkaar frontaal, en de Pacifische plaat zakt onder de Noord-Amerikaanse plaat. In deze subductiezone smelt een deel van de oceaanplaat en het gesmolten gesteente duwt naar de oppervlakte in een reeks van 40 actieve vulkanen, die de Aleutian Islands vormen.
Ongewoon heldere hemel stelde de Moderate Resolution Imaging Spectroradiometer (MODIS) op NASA’s Aqua-satelliet in staat om dit beeld op 15 mei 2014 te maken. Inclusief het schiereiland Alaska zijn 52 vulkanen zichtbaar in deze scène.
De eilanden strekken zich uit van Noord-Amerika tot ver in de Stille Oceaan als stapstenen naar Azië. Ze vormen een barrière tussen de Beringzee in het noorden en de Golf van Alaska en de Noordelijke Stille Oceaan in het zuiden, waardoor ze stromingen van zowel water als lucht beïnvloeden. De eilanden kanaliseren de Alaskastroom, een warme stroming die rond de Golf van Alaska cirkelt en naar het westen beweegt in de richting van het Russische schiereiland Kamtsjatka. De eilanden beïnvloeden ook de luchtstromingen, zoals te zien is aan de wervelende wolkenwervelingen aan de noordkant van de eilanden.
De Aleoeten, die zich uitstrekken over de oceaan tussen twee continenten, zijn een belangrijk leefgebied voor vogels. De eilanden maken deel uit van het Alaska Maritime National Wildlife Refuge, het grootste toevluchtsoord in de Verenigde Staten. In de Alaska Maritimes broeden meer zeevogels dan waar ook in Noord-Amerika. De eilanden zijn ook een belangrijke stopplaats voor trekvogels. Ongeveer 90 soorten Aziatische vogels zijn in het gebied gesignaleerd, en één soort (de pijlstormvogel) migreert vanaf het zuidelijk halfrond. Verscheidene unieke vogelsoorten komen van nature voor op de eilanden, waaronder de Aleutische kakgans en zes ondersoorten rotspinguïns.
NASA-afbeelding met dank aan Jeff Schmaltz, LANCE/EOSDIS MODIS Rapid Response Team bij NASA GSFC. Onderschrift door Holli Riebeek.