De Bruidsluifel (Chuppah)
De chuppah is een wandtapijt bevestigd aan de toppen van vier palen. Het woord chuppah betekent bedekking of bescherming, en is bedoeld als dak of bedekking voor de bruid en bruidegom op hun bruiloft.
De chuppah is niet slechts een charmant volksgebruik, een ceremonieel object overgeërfd uit een primitief verleden. Het dient een bepaald, hoewel gecompliceerd, juridisch doel: Het is de beslissende handeling die formeel toestaat dat de nieuwe status van het paar als huwelijk wordt geactualiseerd, en het is de wettelijke afsluiting van het huwelijksproces dat begon met de verloving. Samen worden deze twee kinyaniem (handelingen van verwerving) chuppah ve’kiddushin genoemd.
Chuppah symboliseert het huis van de bruidegom, en het nieuwe domein van de bruid. Meer specifiek symboliseert de chuppah de bruidskamer, waar in de oudheid de huwelijksdaad werd voltrokken.
De tapijten baldakijn die wij kennen als chuppah werd voor het eerst geïdentificeerd door Rabbi Moses Issereles (Rema) in de zestiende eeuw, en we moeten aannemen dat het relatief nieuw was in zijn tijd. Het concept is echter oud, en de Talmoed beschouwt het als een bijbelse vereiste voor een huwelijk.
Wat is chuppah precies? Hoewel we weten dat het oorspronkelijk het huis van de bruidegom was, of een toevoeging aan het huis van zijn vader, waarin het nieuwe paar zijn intrek nam, kunnen we niet in precieze halachische termen weten wat het symbool van die chuppah vandaag de dag zou moeten zijn. (Psalm 19:6 spreekt over de bruidegom die uit zijn chuppah te voorschijn komt, terwijl Joël 2:16 zegt: “Laat de bruidegom uit zijn kamer te voorschijn komen, en de bruid uit haar chuppah.”)
Volgens verschillende van de middeleeuwse geleerden, met name Ran en Rif, werd de chuppah tot stand gebracht door de loutere binnenkomst van de bruid in het huis van de bruidegom. Daarom kan het symboliseren van de chuppah in een synagoge of hal, bijvoorbeeld, worden gedaan met alleen een baldakijn; als het muren had, dan zouden zij van status veranderen zodra het paar er binnenstapte na de verloving met de bedoeling om te trouwen. Maimonides was van mening dat de chuppah alleen in afzondering, yichud, het huwelijk bezegelde. Tur vond dat de bruidegom de bruid bedekte met een kledingstuk, en dat was de wettelijke chuppah handeling. Nachalat Shivah citeert de gezaghebbende Asjkenazische gewoonte dat een talliet over hun beider hoofd de definitieve chuppah was. De Tosafisten verklaarden dat het bedekken van het gezicht van de bruid met een sluier het huwelijk definitief maakte. Mordechai leerde dat het eigenlijke proces van het verlaten van haar vaders huis om het huis van de bruidegom binnen te gaan, zelf een chuppah was; anderen, zoals Rosh, beweerden dat de versierde met de hand gedragen koets, die in de dagen van de Tweede Tempel de bruid door de stad vervoerde, werkelijk de chuppah was. De “Bach” bepaalt daarom dat wij vrijwel al deze handelingen verrichten, om alle halachische mogelijkheden te dekken. De bruid is gesluierd, en het baldakijn is de bedekking van de bruid door de bruidegom. De prachtige oude Askhenazische gewoonte om het talliet van de bruidegom op het hoofd van het bruidspaar te plaatsen voor de huwelijkszegeningen is grotendeels bewaard gebleven door Sefardim en Duitse Joden.
De constructie van de chuppah is eenvoudig: een doek of talliet wordt over vier palen uitgespreid. Als het mogelijk is, moet het doek aan de bovenkant van de palen worden bevestigd (en niet aan de zijkanten), die als een wettelijke scheiding en muur dienen. Wettelijk gezien vormt dit een privé-domein met betrekking tot de wetten van de Sabbat, en het verandert de chuppah, technisch gezien, in het privé-huis van de bruidegom.
Wat voor soort doek moet worden gebruikt voor een chuppah? Historisch gezien was de chuppah een begerenswaardig kunstvoorwerp, dat iedereen wilde versieren – het symboliseerde immers ook het verbondshuwelijk tussen G-d en Zijn volk. De middeleeuwse gemeenschap gebruikte vaak een parokhet (een arkbedekking), hoewel het ongepast werd gevonden om een voorwerp van heiligheid aan te brengen in de bruidskamer. Gezien de suggestie om de bedekking aan te brengen op de top van palen, is een gebloemde chuppah niet wenselijk, hoewel het volkomen acceptabel is om de tapijten chuppah te bedekken en te versieren met een baldakijn van bloemen. Misschien schuilt echte schoonheid in eenvoud. Hoeveel eleganter is het symbool van een talliet, bevestigd aan de top van vier draagbare palen, vastgehouden door vier vrienden!
De chuppah is alleen vereist voor de huwelijken, maar met de uitgebreide chuppot van vandaag de dag, kan men niet anders dan de hele dienst, zelfs de verloving, onder de chuppah houden. Dat is volkomen aanvaardbaar, maar het zou veelzeggender zijn, en ook instructiever voor een onwetend publiek, om een draagbare chuppah op te richten na het lezen van de ketubah, op tijd voor de zeven zegeningen van de huwelijkssluiting.
De bruid en bruidegom moeten onder de chuppah staan. Het is niet nodig dat rabbi, cantor, getuigen, of ouders onder het baldakijn staan. Als hun aanwezigheid een vereiste zou zijn, zouden de andere symbolen van de chuppah – sluier, talliet, kleding, privacy – zonder hen niet effectief zijn.
De chuppah is een wettelijk instrument, maar het feit dat alleen dit baldakijnsymbool overleefde, maakt een statement naar het bruidspaar. Ten eerste leert het dat dit eenvoudige, fragiele dak, dat nu gemeenschappelijk is voor beide partners, het huwelijk inluidt. In de woorden van William Henry Channing leert het hen “tevreden te leven met kleine middelen: eerder elegantie te zoeken dan luxe, en verfijning eerder dan mode, waardig te zijn, niet respectabel, en rijk, niet rijk”. Ten tweede bevestigt het de leer van Ha-manhig dat de chuppah het paar apart zet van de menigte, om te voorkomen dat het lijkt alsof ze “op de markt trouwen”, wat als extreem grof en onelegant werd beschouwd. Het huwelijk is de vestiging van een thuis, een eiland van zindelijkheid en sereniteit “ver van de drukke menigte.”