Het onderwerpscomplement
Printer Fabulous!
Herken een onderwerpscomplement als je er een vindt.
Een onderwerpscomplement is het bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord of voornaamwoord dat volgt op een koppelwerkwoord.
De volgende werkwoorden zijn echte koppelwerkwoorden: elke vorm van be (am,is, are,was, were,has been, are being, might have been, etc.),become, en seem. Deze echte koppelwerkwoorden zijn altijd koppelwerkwoorden.
Lees deze voorbeelden:
Brandon is een begenadigd atleet.
Brandon = onderwerp;is = koppelwerkwoord;atleet = zelfstandig naamwoord als onderwerpscomplement.
Hij was het die vrijdagavond de winnende touchdown ving.
Hij = onderwerp;was = koppelwerkwoord;hij = voornaamwoord als onderwerpscomplement.
Brandon schaamt zich als mensen hem complimenteren.
Brandon = onderwerp;wordt = koppelwerkwoord;schaamt zich = bijvoeglijk naamwoord als onderwerpscomplement.
Dan heb je een lijst van werkwoorden die koppelwerkwoord of werkwoord kunnen zijn: verschijnen, voelen, groeien, kijken, bewijzen, blijven, ruiken, klinken, proeven, en draaien.
Als je een van de werkwoorden op deze tweede lijst kunt vervangen door een gelijkheidsteken ( = ) en de zin is nog steeds logisch, dan is het werkwoord bijna altijd koppelend.
Brandons gezicht zal rood worden.
Gezicht = onderwerp;zal rood worden = koppelend werkwoord;rood = bijvoeglijk naamwoord als onderwerpscomplement. (Will turn is een koppelwerkwoord, want als je een gelijkheidsteken vervangt, klopt de zin nog steeds.)
Verwar onderwerpscomplementen niet met lijdend voorwerp.
Alleen koppelwerkwoorden kunnen onderwerpscomplementen hebben. Als je een actiewerkwoord hebt, dan is het woord dat antwoord geeft op de vraag wat? of wie? na hetSubject + Werkwoord een lijdend voorwerp.
Toen Michelle vanochtend wakker werd, voelde ze zich ziek.
Zij = onderwerp;voelde = koppelwerkwoord;ziek = onderwerpscomplement. (Voelde is een koppelwerkwoord, want als je dit voelde vervangt door een gelijkheidsteken, klopt de zin nog steeds.)
Michelle voelde aan haar voorhoofd, maar constateerde geen temperatuur.
Michelle = onderwerp;voelde = actiewerkwoord. Ze voelde wat? Voorhoofd = lijdend voorwerp. (Voelde is een actiewerkwoord, want als je dit voelde vervangt door een gelijkheidsteken, klopt de zin niet.)
Gebruik onderwerpsuitspraken als onderwerpscomplement.
In de onderstaande tabel staan onderwerpsuitspraken en onderwerpsuitspraken. Omdat een onderwerpscomplement meer informatie geeft over het onderwerp, gebruik je de onderwerpsvorm van het voornaamwoord – zelfs als het vreemd klinkt.
Subject Pronouns Object Pronouns I
we
you
he, she, het
zij
wieik
ons
jij
hij, haar, het
hun
wieKijk eens naar deze voorbeelden:
Neem het Gerard niet kwalijk. Ik was het die je uit je diepe slaap wekte.
Het = onderwerp;was = koppelwerkwoord;ik = onderwerpscomplement.
Niet boos op mij worden! Ik heb niet aan je paardenstaart getrokken! Het was hij.
Het = onderwerp;was = koppelwerkwoord;hij = onderwerpscomplement.
Herken je die geweldige gitarist nog die ik heb ontmoet? Dit is zij.
Dit = onderwerp;is = koppelwerkwoord;zij = onderwerpscomplement.
Printer Fabulous!
Home -Termen – Oefeningen – Handouts – Regels – PowerPoint -Canvas -Twitter -YouTube -Shop – Over Robin