Hot onderwerp: Is het tijd om dierentuinen te verbieden?
De ijsberen in Winnipeg hebben discopoep. Hun uitwerpselen zien eruit als kleine glitterbolletjes.
Voordat iemand het spul op zijn cornflakes gaat strooien: dit is niet de nieuwste beautytrend en het is ook geen natuurlijk verschijnsel: De verzorgers van de Assiniboine Park Zoo gebruiken gekleurde glitters in het voer van de beren om hun uitwerpselen te identificeren.
Waarom? Nou, uitwerpselen onthullen allerlei dingen over individuele dieren; informatie die de verzorgers delen met de wetenschappelijke gemeenschap. Veel dierentuinen voeren dergelijke studies uit, en hebben ook fokprogramma’s voor bedreigde diersoorten in gevangenschap. Critici zeggen echter dat dit hun bestaan niet rechtvaardigt.
“Dierentuinen zijn gevangenissen voor dieren, die hun wreedheid camoufleren met claims over natuurbehoud,” legt Mimi Bekhechi, directeur van internationale programma’s bij PETA, uit. “Dieren in dierentuinen lijden enorm, zowel lichamelijk als geestelijk. Ze vertonen vaak neurotisch gedrag, zoals herhaaldelijk ijsberen, slingeren en bijten in de tralies. Dat is misschien niet zo verwonderlijk, als je bedenkt dat het typische ijsberenverblijf een miljoen keer kleiner is dan het gebied waarin ze van nature zouden rondlopen.”
PETA staat niet alleen. In april schrapte de ethische touroperator Responsible Travel – na overleg met de Born Free Foundation, een liefdadigheidsorganisatie voor dieren in het wild – reizen die dierentuinbezoeken omvatten.
“Slechts 15% van de duizenden diersoorten in dierentuinen wordt beschouwd als ‘bedreigd’,” zegt Will Travers OBE, voorzitter van Born Free. “Een nog kleiner deel maakt deel uit van fokprogramma’s in gevangenschap en daarvan is slechts een klein deel weer in het wild uitgezet. Dat is geen record dat tientallen miljoenen wilde dieren in dierentuinen rechtvaardigt.”
Bekhechi van Peta voegt daaraan toe, dat het doel van fokprogramma’s slechts is “om babydieren te produceren om bezoekers aan te trekken.”
Sommigen beweren echter dat kinderen baat hebben bij dierentuinen. “Wij betrekken een groot publiek bij de dieren in het wild en inspireren de natuurbeschermers van morgen”, zegt professor David Field, directeur van de dierentuinen ZSL London en Whipsnade Zoos. Die bewering staat ter discussie. Uit een onderzoek van de Society for Conservation Biology uit 2014 bleek dat van de 2800 kinderen die werden ondervraagd na een bezoek aan de London Zoo, 62% geen positieve leerresultaten had.
Maar voor elk verhaal dat dierentuinen in een kwaad daglicht stelt – van het stropen van Vince de neushoorn in de Parijse Thoiry Zoo in maart; het neerschieten van de bedreigde gorilla Harambe door de Cincinnati Zoo vorig jaar nadat een kind in zijn verblijf was gevallen; of het doden en publiekelijk ontleden van Marius, een twee jaar oude giraffe in 2014, door de dierentuin van Kopenhagen – zijn er ook hartverwarmende verhalen.
Dierentuinen in de VS kunnen met de eer gaan strijken voor het doen herleven van de wilde Arabische oryx, gouden leeuwentamarin en Californische condorpopulaties, naast vele andere. En de Australische dierentuin van Steve Irwin heeft een eigen Wildlife Hospital om zieke en gewonde inheemse diersoorten te redden.
In het tijdperk van de sociale media hebben opvallende ruimingen tot verhitte debatten geleid. Het neerschieten van Harambe de gorilla zorgde voor de meest gedeelde meme van 2016 en veroorzaakte een opgejaagde Cincinnati Zoo om zijn sociale media-accounts op te schorten. Als het gaat om dodelijk geweld en dierenwelzijn, althans, kiest de publieke opinie snel partij tegen dierentuinen.
Maar of recente gebeurtenissen een diepgaande verschuiving in het publieke bewustzijn teweeg hebben gebracht, is moeilijker te kwantificeren. Ongeacht de verdiensten of de ethiek van dierentuinen, één ding is zeker: ze zullen er nog wel een paar jaar zijn.
Q&A
Hoe onderscheid ik een dierentuin van een opvangcentrum?
De Global Federation of Animal Sanctuaries (GFAS) werkt met een accrediteringssysteem voor opvangcentra, reddingscentra en rehabilitatiecentra. Kijk uit naar het GFAS-keurmerk.
Dus het is beter om ‘close encounters’ met dieren in het wild te hebben, toch? Stap weg van de selfie-stick. Laat je niet verleiden tot het steunen van bedrijven die ervaringen aanbieden zoals het knuffelen van een tijger, zwemmen met dolfijnen, rijden op olifanten, of knuffelen met een haai. Deze ervaringen zijn vaak schadelijk voor de dieren in het wild en gevaarlijk voor u.
Hoe redden we dieren in het wild, als we dat niet doen met fokprogramma’s?
PETA zegt: “Mensen die om de bescherming van bedreigde diersoorten geven, moeten doneren aan organisaties die hen in hun natuurlijke habitat beschermen – als de inheemse omgeving van een soort is vernietigd, kunnen de dieren nergens meer heen.”
Follow @jamesdraven
Gepubliceerd in het juninummer 2017 van National Geographic Traveller (UK)