Mierenhiërarchie
Mierenhiërarchie en kasten
Mieren zijn sociale insecten die in sterk gestructureerde kolonies leven. Verschillende leden van de kolonie behoren tot verschillende kasten die algemene kenmerken delen. Deze omvatten een smalle, ingesnoerde taille en gebogen antennes. Bovendien hebben reproductieve mieren, ook wel zwermers genoemd, vleugels. De leden van de werkster- en de voortplantingskaste (koningin en voortplantingsmannetjes) hebben afzonderlijke rollen te vervullen in de hiërarchie van een mierenkolonie:
- Koninginnen staan aan het hoofd van de kolonie en leggen duizenden eieren om het voortbestaan van het nest te verzekeren. Zij zijn meestal groter dan de werksters.
- Reproductieve mannelijke mieren paren met de koningin en kunnen daarna sterven. Ze zijn over het algemeen even groot of groter dan werksters en hebben kleine koppen met grote ogen.
- Werksters zijn steriele, vleugelloze vrouwtjes die zich nooit voortplanten. In plaats daarvan foerageren ze naar voedsel, zorgen voor de nakomelingen van de koningin, onderhouden nesten, en beschermen de kolonie. Ze kunnen tot een halve centimeter lang worden en geel, rood, bruin of zwart van kleur zijn.
Giftesters in mierenkolonies
Mieren hebben verfijnde maatregelen om met vergif en hongersnood om te gaan. In de mierenhiërarchie dienen oudere werkers, levende silo’s genoemd, als testers voor de giftigheid van voedsel. Zij braken voedsel uit en verdeelden dit onder de rest van de kolonie, waardoor een verdunde voedselketen ontstaat die de koningin en de reproductieve dieren tegen gif beschermt. Deze aanpassing maakt het verwijderen van plagen met gif lokaas soms een uitdaging.
Verwijdering van plagen
Omdat mieren de neiging hebben voedsel te zoeken in huizen en zich gemakkelijk aanpassen aan pogingen tot bestrijding, kunnen huiseigenaren professionele hulp nodig hebben om ze te elimineren. Met een goed begrip van de mierenhiërarchie en biologie kunnen de experts van Orkin langetermijnoplossingen voor mierenproblemen formuleren.