Articles

Positieve Correlatie vs. Inverse Correlatie: Watis het verschil?

Positieve correlatie vs. Inverse correlatie: Een overzicht

In de statistiek beschrijft correlatie de relatie tussen twee variabelen. Variabelen zijn gecorreleerd als de verandering in de ene wordt gevolgd door een verandering in de andere. Correlatie geeft aan of de relatie positief of negatief is en hoe sterk de relatie is. Positieve correlatie beschrijft de relatie tussen twee variabelen die samen veranderen, terwijl omgekeerde correlatie de relatie beschrijft tussen twee variabelen die in tegengestelde richting veranderen. Inverse correlatie wordt ook wel negatieve correlatie genoemd, wat hetzelfde type relatie tussen variabelen beschrijft.

Key Takeaways

  • Een positieve correlatie bestaat wanneer twee gerelateerde variabelen in dezelfde richting bewegen.
  • Een omgekeerde correlatie bestaat wanneer twee gerelateerde variabelen zich in de tegenovergestelde richting bewegen.
  • Correlatie impliceert niet noodzakelijkerwijs causatie, aangezien andere factoren de richting kunnen beïnvloeden.

Positieve correlatie

Wanneer twee gerelateerde variabelen zich in dezelfde richting bewegen, is hun relatie positief. Deze correlatie wordt gemeten met de correlatiecoëfficiënt (r). Als r groter is dan 0, is hij positief. Als r +1,0 is, is er sprake van een perfecte positieve correlatie. Voorbeelden van positieve correlaties komen in het dagelijks leven van de meeste mensen voor. Hoe meer geld aan reclame wordt besteed, hoe meer klanten er bij het bedrijf kopen. Omdat dit vaak moeilijk te meten is, zou de correlatiecoëfficiënt waarschijnlijk lager zijn dan +1,0. Een sterkere correlatie zou bestaan bij hoe meer uren een werknemer werkt, hoe groter het loonstrookje van die werknemer zal zijn.

Correlatie is geschikt bij het analyseren van de relatie tussen significante, kwantificeerbare gegevens.

Inverse correlatie

Wanneer twee gerelateerde variabelen in tegengestelde richting bewegen, is hun relatie negatief. Wanneer de correlatiecoëfficiënt (r) kleiner is dan 0, is deze negatief. Als r -1,0 is, is er een perfect negatieve correlatie. Inverse correlaties beschrijven twee factoren die ten opzichte van elkaar wippen. Voorbeelden zijn een afnemend banksaldo ten opzichte van een toegenomen bestedingspatroon en een verminderd brandstofverbruik ten opzichte van een toegenomen gemiddelde rijsnelheid. Een voorbeeld van een omgekeerde correlatie in de wereld van beleggingen is de relatie tussen aandelen en obligaties. Als de aandelenkoersen stijgen, heeft de obligatiemarkt de neiging te dalen, net zoals de obligatiemarkt het goed doet als aandelen ondermaats presteren.

Bijzondere overwegingen

Het is belangrijk te begrijpen dat correlatie niet noodzakelijkerwijs causatie impliceert. Variabelen A en B kunnen samen stijgen en dalen, of A kan stijgen als B daalt. Het is echter niet altijd zo dat de stijging van de ene factor rechtstreeks van invloed is op de stijging of daling van de andere. Beide kunnen worden veroorzaakt door een onderliggende derde factor, zoals de grondstoffenprijzen, of het schijnbare verband tussen de variabelen kan toeval zijn.

Het aantal mensen met een internetaansluiting is bijvoorbeeld sinds het begin van het internet gestegen, en de olieprijs vertoonde tot 2015 over dezelfde periode over het algemeen een stijgende lijn. Dit is een positieve correlatie, maar de twee factoren hebben vrijwel zeker geen betekenisvol verband. Dat zowel de populatie van internetgebruikers als de olieprijs zijn gestegen, is waarschijnlijk toeval.

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *