Sonnetten van Shakespeare

Lees alle 154 sonnetten van Shakespeare

Kies uit de onderstaande lijst van Shakespeare sonnetten (of leer hoe je zelf een sonnet schrijft!):

Sonnet 1: Van de eerlijkste schepselen verlangen wij vermeerdering

Sonnet 2: Als veertig winters uw wenkbrauwen zullen bedekken

Sonnet 3: Kijk in uw glas, en vertel het gezicht dat gij aanschouwt

Sonnet 4: Ondankbare Heerlijkheid, Waarom Brengt Gij Door

Sonnet 5: Die Uren, Die Met Zacht Werk Omlijst werden

Sonnet 6: Laat dan de Ruwe Hand van de Winter geen afbreuk doen

Sonnet 7: Zie! In het Oosten Als Het Genadig Licht

Sonnet 8: Muziek om te horen, Waarom hoort gij muziek treurig?

Sonnet 9: Is het uit angst om het oog van een weduwe nat te maken

Sonnet 10: Uit schaamte ontkennen dat gij iemand liefhebt

Sonnet 11: Zo snel als gij verbleekt, zo snel groeit gij

Sonnet 12: Als ik de klok tel die de tijd aangeeft

Sonnet 13: O! Dat je jezelf was! Maar, liefde, gij zijt het

Sonnet 14: Niet van de sterren pluk ik mijn oordeel

Sonnet 15: Als ik alles beschouw wat groeit

Sonnet 16: Maar waarom niet U een machtiger weg

Sonnet 17: Wie zal in de komende tijd in mijn vers geloven

Sonnet 18: Zal ik U vergelijken met een zomerdag?

Sonnet 19: Verslindende tijd, stomp gij de leeuwenpoot

Sonnet 20: Het gezicht van een vrouw met de eigen hand van de natuur geschilderd

Sonnet 21: So It Is Not With Me As With That Muse

Sonnet 22: My Glass Shall Not Persuade Me I Am Old

Sonnet 23: As An Unperfect Actor On The Stage

Sonnet 24: Mijn oog heeft de schilder gespeeld en gestaald

Sonnet 25: Laat hen die in de gunst zijn bij hun sterren

Sonnet 26: Heer van mijn liefde, aan wie in vazalschap

Sonnet 27: Vermoeid van het zwoegen, haast ik mij naar mijn bed

Sonnet 28: Hoe kan ik dan terugkeren in een gelukkige toestand

Sonnet 29: Wanneer ik in ongenade verkeer met het fortuin en de ogen der mensen

Sonnet 30: Wanneer ik naar de zittingen ga van de zoete stille gedachte

Sonnet 31: Uw schoot is geliefd bij alle harten

Sonnet 32: Als Gij mijn welgekozen dag overleeft

Sonnet 33: Menig heerlijke morgen heb ik vol gezien

Sonnet 34: Waarom hebt Gij zulk een schone dag beloofd

Sonnet 35: Wees niet meer bedroefd over hetgeen Gij hebt gedaan

Sonnet 36: Laat mij bekennen dat wij tweeën tweeën moeten zijn

Sonnet 37: Zoals een vervallen vader zich verlustigt

Sonnet 38: Hoe kan mijn muze een onderwerp willen uitvinden

Sonnet 39: O! Hoe uw waardigheid met manieren ik kan zingen

Sonnet 40: Neem al mijn liefdes, mijn liefde, ja neem ze allemaal

Sonnet 41: Die mooie misstappen die de vrijheid begaat

Sonnet 42: Dat Gij Het Is Niet Al Mijn Verdriet

Sonnet 43: Als Ik Het Meest Knipoog, Dan Zien Mijn Ogen Het Best

Sonnet 44: Als De Doffe Substantie Van Mijn Vlees Gedacht Werd

Sonnet 45: Dat Gij het hebt is niet al mijn smart

Sonnet 46: Mijn oog en mijn hart zijn in een dodelijke oorlog

Sonnet 47: Tussen mijn oog en mijn hart is een verbond gesmeed

Sonnet 48: How Careful Was I When I Took My Way

Sonnet 49: Against That Time, If Ever That Time Come

Sonnet 50: How Heavy Do I Journey On The Way

Sonnet 51: Zo kan mijn liefde de trage overtreding verontschuldigen

Sonnet 52: Zo ben ik als de rijke, wiens gezegende sleutel

Sonnet 53: Wat is uw wezen, waarvan zijt gij gemaakt

Sonnet 54: O! Hoeveel te meer lijkt de schone schijn

Sonnet 55: O! Niet marmer, noch de vergulde monumenten

Sonnet 56: Zoete liefde, vernieuw uw kracht; laat het niet gezegd worden

Sonnet 57: Als uw slaaf, wat moet ik anders doen dan toegeven

Sonnet 58: Dat God Verbiedt, dat mij eerst uw slaaf maakte

Sonnet 59: Als er niets nieuws is, dan dat wat is

Sonnet 60: Zoals de golven zich naar de kiezelsteenkust slaan

Sonnet 61: Is Het Uw Wil, Uw Beeld Moet Openblijven

Sonnet 62: Zonde Van Eigenliefde Bezit Al Mijn Oog

Sonnet 63: Tegen Mijn Liefde Zal Zijn Zoals Ik Nu Ben

Sonnet 64: When I Have Seen By Time’s Fell Hand Defac’d

Sonnet 65: Since Brass, Nor Stone, Nor Earth, Nor Boundless Sea

Sonnet 66: Tired For All These, For Restful Death I Cry

Sonnet 67: Ach, waarom zou hij met besmetting moeten leven

Sonnet 68: In lang vervlogen dagen, eer deze laatste zo erg waren

Sonnet 69: Die delen van U, die het oog der wereld aanschouwt

Sonnet 70: Dat Gij schuldig zijt, zal uw gebrek niet zijn

Sonnet 71: Treur niet langer om mij als ik dood ben

Sonnet 72: O! Opdat de wereld u niet zou opdragen te reciteren

Sonnet 73: Die tijd van het jaar die gij in mij moogt aanschouwen

Sonnet 74: Maar weest tevreden als dat vallend Arrest

Sonnet 75: Zo zijt gij voor mijn gedachten als voedsel voor het leven

Sonnet 76: Waarom is mijn vers zo onvruchtbaar van nieuwe trots

Sonnet 77: Uw glas zal U tonen hoe Uw schoonheden dragen

Sonnet 78: Zo dikwijls heb ik U als mijn muze aangeroepen

Sonnet 79: Terwijl ik alleen uw hulp inriep

Sonnet 80: O! Hoe ik flauwval als ik over U schrijf

Sonnet 81: Of ik zal leven om uw grafschrift te maken

Sonnet 82: Ik geef toe dat gij niet met mijn muze getrouwd zijt

Sonnet 83: Ik heb nooit gezien dat gij schilderen nodig had

Sonnet 84: Wie Is Het Die Het Meest Zegt, Die Meer Kan Zeggen

Sonnet 85: Mijn Tonggebonden Muze In Manieren Houdt Haar Stil

Sonnet 86: Was Het Het Trotse Zeil Van Zijn Groot Verzen

Sonnet 87: Vaarwel. Gij zijt te lief voor mijn bezit

Sonnet 88: Wanneer Gij mij zult willen aansteken

Sonnet 89: Zeg dat Gij mij door een fout in de steek hebt gelaten

Sonnet 90: Haat mij dan wanneer gij wilt; indien ooit, nu

Sonnet 91: Sommigen roemen in hun geboorte, sommigen in hun bekwaamheid

Sonnet 92: Maar doe uw uiterste best om uzelf weg te stelen

Sonnet 93: Zo zal ik leven, aangenomen dat Gij waarachtig zijt

Sonnet 94: Zij die macht hebben te kwetsen, en niets zullen doen

Sonnet 95: Hoe lieflijk en mooi maakt Gij de schande

Sonnet 96: Sommigen zeggen dat uw schuld de jeugd is, sommigen ondeugendheid

Sonnet 97: Hoe als een winter is mijn afwezigheid geweest

Sonnet 98: From You Have I Been Absent In The Spring

Sonnet 99: The Forward Violet Thus Did I Chide

Sonnet 100: Where Art Thou, Muse, That Thou Forget’st So Long

Sonnet 101: O Truant Muse, What Shall Be Thy Amends

Sonnet 102: Mijn liefde is versterkt, hoewel zwakker in schijn

Sonnet 103: Ach, wat een armoede brengt mijn muze voort

Sonnet 104: Voor mij, eerlijke vriend, kun je nooit oud worden

Sonnet 105: Laat mijn liefde geen afgoderij heten

Sonnet 106: Wanneer in de kroniek van verspilde tijd

Sonnet 107: Niet mijn eigen angsten, noch de profetische ziel

Sonnet 108: Wat In De Hersenen Zit Dat Inkt Kan Tekenen

Sonnet 109: O! Zeg nooit dat ik een vals hart had

Sonnet 110: Helaas, ’t is waar, ik ben hierheen en daarheen gegaan

Sonnet 111: O For My Sake Do You With Fortune Chide

Sonnet 112: Your Love And Pity Doth Th’ Impression Fill

Sonnet 113: Since I Left You, Mine Eye Is In My Mind

Sonnet 114: Or Whether Doth My Mind, Being Crowned With You

Sonnet 115: Those Lines That I Before Have Writ Do Lie

Sonnet 116: Laat mij niet tot het huwelijk der ware geesten

Sonnet 117: Beschuldig mij aldus: Dat ik alles heb geschuwd

Sonnet 118: Als om onze eetlust te vermeerderen

Sonnet 119: Welke drankjes heb ik gedronken van Sirenen tranen

Sonnet 120: Dat gij eens onvriendelijk waart, bevriend mij nu

Sonnet 121: ’t Is beter smerig te zijn dan smerig geacht

Sonnet 122: Uw geschenk, uw tafels, zijn in mijn hersenen

Sonnet 123: Thy Pyramids Built Up With Newer Might

Sonnet 124: If My Dear Love Were But The Child Of State

Sonnet 125: Ware’t Ought To Me I Bore The Canopy

Sonnet 126: O Gij, mijn lieve jongen, die in uw macht

Sonnet 127: In de ouderdom werd zwart niet eerlijk gevonden

Sonnet 128: Hoe vaak wanneer gij, mijn muziek, muziek speelt

Sonnet 129: Th’ Expense of Spirit In A Waste Of Shame

Sonnet 130: My Mistress’ Eyes Are Nothing Like The Sun

Sonnet 131: Thou Art As Tyrannous, So As Thou Art

Sonnet 132: Thine Eyes I Love, And They, As Pitying Me

Sonnet 133: Beshrew That Heart That Makes My Heart To Groan

Sonnet 134: Zo nu heb ik beleden dat hij de uwe is

Sonnet 135: Wie haar wens heeft, Gij hebt uw wil

Sonnet 136: Als uw ziel u controleert dat ik zo nabij kom

Sonnet 137: Gij blinde dwaas, liefde, wat doet gij aan mijn ogen

Sonnet 138: Als mijn liefde zweert dat zij van waarheid is gemaakt

Sonnet 139: O! Roep mij niet om het onrecht te rechtvaardigen

Sonnet 140: Be Wise As Thou Art Cruel

Sonnet 141: In geloof heb ik U niet lief met mijn ogen

Sonnet 142: Liefde Is Mijn Zonde, En Uw Lieve Deugd Haat

Sonnet 143: Lo, As A Careful Housewife Runs To Catch

Sonnet 144: Two Loves I Have Of Comfort And Despair

Sonnet 145: Those Lips That Love’s Own Hand Did Make

Sonnet 146: Poor Soul, The Centre Of My Sinful Earth

Sonnet 147: My Love Is As a Fever Longing Still

Sonnet 148: O mij! Wat een ogen heeft de liefde in mijn hoofd gestoken

Sonnet 149: Kunt gij, o wreedaard! Say I Love Thee Not

Sonnet 150: O! Van welke macht zijt Gij deze machtige kracht

Sonnet 151: Liefde is te jong om te weten wat geweten is

Sonnet 152: In Loving Thee Thou Kow’st I Am Forsworn

Sonnet 153: Cupido lag bij zijn merk en viel in slaap

Sonnet 154: The Little Love-God Lying Once Asleep

Deze complete verzameling van 154 sonnetten met uitleg is nu als ebook te downloaden.