Sparend
Sparend, (Pandion haliaetus), ook wel vishavik genoemd, grote, langvleugelige havik, ongeveer 65 cm lang, die langs zeekusten en grotere binnenlandse waterwegen leeft, waar hij vis vangt. Hij is bruin van boven en wit van onder, met wat wit op de kop.
Een visarend vliegt over het water om te jagen. Hij zweeft boven zijn prooi en duikt dan met zijn voeten eerst naar beneden om de vis in zijn lange, gebogen klauwen te grijpen. Met een houvast dat wordt vastgehouden door scherpe stekels aan de onderkant van de tenen, draagt de vogel zijn prooi naar een favoriete plek om te eten. Soms vliegt de visarend na het eten laag over het water, waarbij hij met zijn poten sleept alsof hij ze wil wassen.
Het uitgestrekte broedgebied van de visarend strekt zich uit over alle continenten, behalve Zuid-Amerika (waar hij in de winter veel voorkomt) en Antarctica. De Noord-Amerikaanse populatie nam na 1947 sterk af als gevolg van de eischaalverdunnende effecten van DDT-residuen, maar begon zich te herstellen nadat het bestrijdingsmiddel in 1972 werd verboden. De visarend, die in 1910 van de Britse eilanden werd verdreven, verscheen daar in de jaren 1950 weer als een succesvolle broedende soort en is nu weer stevig gevestigd in Schotland.
Enkele nesten of kolonies worden gebouwd in hoge bomen, op de grond op kleine eilandjes, of op richels van kliffen. Het nest is een omvangrijke structuur, tot 2 meter (6,6 voet) in doorsnee, samengesteld uit lukraak gerangschikte stokken. Dezelfde nesten kunnen door vele generaties vogels worden gebruikt en worden in de loop van de tijd enorm groot. Er worden twee tot vier witte eieren gelegd met donkerbruine vlekken. De donsjongen komen na ongeveer vijf weken uit en worden door beide ouders gevoed. De jonge vogels vliegen na zes tot acht weken uit.
De visarend is de enige soort in de familie Pandionidae, die soms wordt beschouwd als een onderfamilie (Pandioninae) van de haviken- en adelaarsfamilie, Accipitridae, van de orde Falconiformes.