Articles

Trikonasana

Achtergrond

Trikonasana (driehoekshouding) is een van de eerste houdingen die beginners leren bij het leren van yoga. Hij lijkt eenvoudig, maar heeft vele lagen die zich ontvouwen naarmate je vordert en je inzicht in yoga verdiept. Veelzijdig, met een scala aan toepassingen, kan hij worden opgenomen in een verscheidenheid van opeenvolgingen, waaronder beginners opeenvolgingen, gevorderden opeenvolgingen, onderrug opeenvolgingen, actieve of herstellende opeenvolgingen. Het kan ook toegankelijker worden gemaakt met props en aanpassingen voor mensen met fysieke beperkingen. BKS Iyengar was een pionier op dit gebied.

Voordelen

Er zijn veel voordelen verbonden aan het regelmatig beoefenen van deze asana. Trikonasana geeft een gevoel van geaardheid en kan je helpen je meer verbonden te voelen met je lichaam. Het kan een gevoel van kracht en stabiliteit geven. Bekend om zijn corrigerende effecten, kan hij helpen asymmetrieën te benadrukken en de rechter- en linkerkant van het lichaam in evenwicht te brengen. Met oefening leidt het tot verbeterde flexibiliteit van de hamstrings en adductoren, verhoogde mobiliteit van de ruggengraat en uitbreiding van de borstkas.

Instructies

Tekke hamstrings en adductoren kunnen de beweging van het bekken beperken in staande houdingen. In trikonasana kan dit leiden tot het naar beneden kantelen van de voorkant van het bekken, zelfs als je in staat bent om de borstkas correct naar boven te draaien. Deze instructies zullen je helpen deze moeilijkheid te beheersen en zo zul je na verloop van tijd in staat zijn evenwicht te creëren tussen de beweging van het bekken, de wervelkolom en de borstkas. (linkerbeen = voorste been, rechterbeen = achterste been)

  • Controleer of uw onderste hand op de juiste plaats zit. Als je hem te laag plaatst kan de heup van je voorste been naar achteren uitsteken. Dit zal de neiging van het voorste bekken om naar beneden te draaien vergroten.
  • Zorg ervoor dat u uw hand op een zodanige hoogte plaatst dat u de achterkant van de bovenste schouder op één lijn kunt brengen met de buitenkant van uw voorste buitenste dijbeen. Beweeg uw voorste buitenste dijbeen naar binnen en til het op.
  • Focus op het verlengen van de linkerkant van uw wervelkolom meer dan de rechterkant.
  • Roteer de romp vanuit de borst en probeer tegelijkertijd deze rotatie ook dichter bij het bekken te ontwikkelen.
  • Linkse borstdraai naar boven.
  • Linkse taille draai naar boven.
  • Voorkant bekken draai omhoog
  • Gebruik je achterste been om deze actie verder te ontwikkelen… Rechter buitenste dij draai naar achteren, rechter buitenste hiel druk naar beneden.
  • Coördineer je borst, taille en voorste bekken draai naar boven terwijl je de achterkant van je bekken naar beneden draait.

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *