Articles

Vitreus vocht

Het glasvocht bestaat uit een groot deel van de oogbol. Het is een heldere gelachtige substantie die de ruimte achter de lens en voor het netvlies aan de achterkant van het oog inneemt.

Omdat het oog visuele gegevens moet verwerken, moet deze vloeistof helder genoeg zijn om er gemakkelijk licht doorheen te laten gaan. Het grootste deel van deze humor bestaat uit water, en een kleinere hoeveelheid collageen, zout en suiker.

Deze humor is een stilstaande (onbeweeglijke) vloeistof die niet wordt bediend door bloedvaten en die niet actief wordt geregenereerd of aangevuld. (Dit in tegenstelling tot het waterige vocht, dat de voorste kamer voor de lens vult.)

Als een stof in het glasvocht terechtkomt, blijft het in de gel zweven tot het operatief kan worden verwijderd. Deze stoffen, die bloed of klompjes cellen kunnen bevatten, worden floaters genoemd. Als ze niet worden verwijderd, kunnen floaters het gezichtsveld van een persoon aantasten. Naarmate mensen ouder worden, wordt het glasvocht dunner. Dit kan leiden tot een aandoening die achterste glasvochtloslating wordt genoemd, waarbij het glasvocht loskomt van het netvlies. Achterste glasvochtloslating treedt bij de meeste mensen op tegen de leeftijd van 70 jaar. Problemen met het glasvocht kunnen uiteindelijk leiden tot loslating van het netvlies van de achterwand van het oog, waarvoor een operatie nodig kan zijn. Netvliesloslating kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen.

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *