Waar ligt Edom tegenwoordig?
Antwoord:
Het land Edom werd gesticht door Jakobs broer Esau. Hij kreeg de bijnaam “Edom” of “Rood” toen hij de helft van zijn enorme erfenis verkocht voor een eenvoudige kom rode-bonenstoofpot.
Edom lag in de streek ten zuidoosten van Israël. De berg Seir was een opvallende bezienswaardigheid in deze regio.
Edom en Israël, het volk dat afstamde van Jakob, konden nooit met elkaar overweg. Er waren vaak schermutselingen tussen de volken. Edom is nooit over zijn haat tegen Israël heen gekomen. “Gedenk, HEERE, tegen de zonen van Edom de dag van Jeruzalem, die gezegd hebben: “Maak het met de grond gelijk, maak het met de grond gelijk!”” (Psalm 137:7). Met andere woorden, Edom juichte de Babyloniërs toe. Toen Israël viel vanwege hun zonden, verheugde Edom zich over de val en maakte van de gelegenheid gebruik om het land te overvallen. Zij hielpen de Babyloniërs zelfs bij het verzamelen van de achterblijvers die van de oorlog waren overgebleven (Obadja 10-15).
God heeft verschillende profetieën tegen Edom uitgesproken (Jesaja 35; 63:1-6; Jeremia 49:7-22; Amos 1:11; Obadja; Ezechiël 25:12-14; 35). Maar degene die ons vertelt wat er met Edom gebeurde, vinden we in Ezechiël 35.
Bij het uitspreken van straffen over verschillende volken leren we dat God vaak de zonde tegen de zondaar keert. Edom verheugde zich over de leegloop van Israël en vijf jaar later trok Nebukadnessar er opnieuw doorheen, waarbij hij verschillende volken vernietigde en hun land leegmaakte — waaronder Edom. Dit is wat God aan Edom beloofde:
“Zo zegt de Here GOD: “Zie, o berg Seir, Ik ben tegen u; Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, en u zeer desolaat maken; Ik zal uw steden verwoesten, en gij zult desolaat zijn. Dan zult gij weten, dat Ik de HEERE ben. Omdat gij een oude haat gehad hebt, en het bloed der kinderen Israëls vergoten hebt door de macht des zwaards ten tijde hunner rampzaligheid, toen hun ongerechtigheid ten einde liep, daarom, zo waar Ik leef,” zegt de Here GOD, “zal Ik u bereiden tot bloed, en bloed zal u achtervolgen; daar gij bloed niet gehaat hebt, daarom zal bloed u achtervolgen. Zo zal Ik de berg Seir zeer verlaten maken, en degene die weggaat en degene die terugkeert, van haar afsnijden. En Ik zal haar bergen vullen met de verslagenen; op uw heuvelen en in uw dalen en in al uw ravijnen zullen zij vallen die door het zwaard gedood zijn. Ik zal u eeuwig verlaten maken, en uw steden zullen onbewoond zijn; dan zult gij weten, dat Ik de HERE ben” (Ezechiël 35:3-9).
God beloofde dat reizigers niet langer die weg zouden passeren; het land zou zo bezaaid zijn met gedode mensen dat mensen de stank zouden mijden. Maar het belangrijkste is dat God zegt dat het land nooit herbouwd zou worden. Net zoals Edom een eeuwige haat tegen Israël koesterde, zou hun land eeuwig leeg blijven.
Dat is in principe zo gebleven. Verschillende landen hebben het gebied dat ooit Edom was in handen gehad, maar Edom als natie is verdwenen. Toen het edict werd uitgevaardigd dat mensen mochten terugkeren naar hun geboortestreek, hebben Israël en vele andere landen zich heropgebouwd, maar Edom heeft dat nooit gedaan. In de tijd van de Grieken en Romeinen stond het gebied bekend als Idumea, de Griekse transliteratie van Edom. Het gebied wordt momenteel gecontroleerd door Jordanië.
“Wie de armen bespot, verwijt zijn Maker; wie zich over rampspoed verheugt, zal niet ongestraft blijven” (Spreuken 17:5).