Articles

Wat is de allerbeste karatestijl?

Shōtōkan Karate is de meest populaire stijl ter wereld (80% van de leden van de karatebond beoefenen deze stijl in Frankrijk). Op internationaal niveau erkent de Wereld Karate Federatie (WKF) vier karatescholen: Gōjū-ryū, Shitō-ryū, Shōtōkan, en Wadō-ryū. Er bestaan echter honderden karatestijlen, elk met zijn eigen specifieke technieken, posities, grondwerk, wapens, vergrendelingen, worpen, interne energie… Binnen een en dezelfde school zijn in de loop der tijd zelfs verschillende “takken” ontstaan…

Wat is de meest effectieve karatestijl?

Dit biedt zeker een ruime keuze aan de meer dan 100 miljoen karate beoefenaars over de hele wereld. Maar voor de beginner die karate wil beoefenen, kan deze grote verscheidenheid ook enigszins destabiliserend werken. Wat is de beste stijl voor mijn kind? Wat is de meest doeltreffende methode op het gebied van zelfverdediging? Welke karateschool moet men kiezen? En waarom geen andere krijgskunst?

De kwaliteit van de leraar is belangrijker dan de stijl

Als u enige belangstelling hebt voor de geschiedenis van de krijgskunsten en het karate, dan weet u dat uw “methode” van karate, zoals u die vandaag beoefent, in de loop van de laatste eeuwen een enorme evolutie heeft doorgemaakt. Elke meester heeft zijn rol gespeeld in deze evolutie, om verschillende redenen: efficiëntie, morfologie, persoonlijke gevoelens, mening van andere deskundigen, ervaring met andere krijgskunsten, verlangen naar democratisering, aanpassing aan de competitie… Naar mijn mening is geen enkele stijl beter dan een andere. Waar het om gaat is te profiteren van een samenhangend, open, weloverwogen, alomvattend, aangepast en voortdurend verrijkt onderwijs.

In 1756 werd een Chinese militaire officier en expert in krijgskunsten naar Okinawa gestuurd. Hij had een zeer sterke invloed op karate. Zijn naam was Kūsankū (Kwang Shang Fu). Hij staat erom bekend dat hij de kata Kūsankū / Kūshankū / Kosokun Dai / Kankū Dai heeft geïntroduceerd, die in veel karatestijlen wordt beoefend. Het is zelfs terug te vinden in Taekwondo (Koreaanse krijgskunst afgeleid van karate), onder de naam Kong-Sang-Koon. Vandaag de dag bestaat dit kata in vele vormen en de verschillen van school tot school zijn opmerkelijk. Stel je voor, gezien de bijzondere geschiedenis van dit kata, dat een gesloten leraar meent de waarheid in pacht te hebben over hoe deze of gene techniek moet worden bereikt? Is hij niet slechts aan het reproduceren wat hem geleerd is, zonder te proberen te begrijpen wat karate is en wat de oorsprong ervan is?

Helaas lijken sommige dojo’s tegenwoordig “bevroren in de tijd” te blijven, alsof er geen evolutie mogelijk is, uit angst om af te wijken van de “ware weg”. Door zijn eigen stijl te willen rechtvaardigen, dringt men zozeer aan op zijn bijzonderheden, dat men vergeet aan de essentiële aspecten te werken, of te corrigeren wat onjuist is. Als je bijvoorbeeld denkt dat je dojo een traditionele vorm van karate onderwijst, met de nadruk op hoe je jezelf kunt verdedigen (met andere woorden het oorspronkelijke karate: de kunst van de zelfverdediging), stel jezelf dan de volgende eenvoudige vraag: oefen je in natuurlijke houdingen (en niet in “zenkutsu dachi”) de verdediging tegen de meest voorkomende straataanvallen (haken, grijpen, stoten, wurging, op de grond gooien, stok, mes…)? Als het antwoord neen is, beoefen je geen “traditioneel/origineel” karate, maar eerder een “technische/artistieke” vorm van karate die dichter aanleunt bij vrije tijd en sport, en die meestal gekenmerkt wordt door het zoeken naar de perfecte beweging. En het is natuurlijk uw goed recht om zo’n karate te beoefenen. Zolang je professor het weet en het je vertelt, is het prima, maar dat is niet altijd het geval.

Het oorspronkelijke karate: de kunst van zelfverdediging

Efficiënte karatetechnieken zijn verboden in toernooien omdat ze te gevaarlijk zijn. Toch betekent dit niet dat ze niet bestaan. Wat de doeltreffendheid van elke stijl betreft, voelen sommige beoefenaars vandaag de dag de behoefte om een “origineel” karate te vinden waarvan het oorspronkelijke doel zelfverdediging was. Zij wenden zich ofwel tot een andere discipline, ofwel tot “nieuwe methoden” die werden gecreëerd om aan deze behoefte te voldoen (karate jutsu, karate verdediging). Dit is jammer, want dit alles bestaat reeds in de stijlen van karate die wij beoefenen. Anderen willen hun training aanvullen met een andere krijgskunst omdat ze vinden dat ze te weinig technische vaardigheden hebben (voorbeeld: sloten, worpen, grondwerk…). Het feit dat MMA (Mixed Martial Arts), dat technieken van verschillende vechtsporten integreert, de laatste jaren een ongelooflijke groei heeft gekend, is geen toeval. Je bent je er misschien niet van bewust, maar in hun tijd hadden de grote karate meesters al werk gemaakt van het integreren van verschillende krijgskunsten.

De overgrote meerderheid van hen heeft verschillende krijgskunsten en stijlen beoefend, met een hoog niveau van meesterschap. Zij hebben in “hun karate” de technieken opgenomen die zij relevant en doeltreffend achtten, voortdurend op zoek naar verbetering van hun kunst van zelfverdediging. Oordeel zelf:

  • Chatan Yara (1668 – 1756) / Tode of Te : Chinees Kempo, Bō, Saï
  • Kūsankū (1670 – 1762) / Ch’uan Fa of Quan Fa : Kempo, Kumiai jutsu
  • Takahara Peichin (1683 – 1760) / Okinawa-Te : Jigen Ryu, Hsin-I Quan, Saï
  • Kanga Sakugawa (1733 – 1815) / Okinawa-Te : Tode, Quan-fa / Shaolin Kung Fu
  • Sōkon Matsumura (1798 – 1890) / Shōrin Ryu : Tode, Ken-Jutsu, Chuan Fa
  • Ankô Azato (1827 – 1906) / Shōrin Ryu : Shuri-te, Kendo, Kyudo
  • Ankô Itosu (1831 – 1915) / Shōrin Ryu : Shuri-te, Chinees boksen
  • Gichin Funakoshi (1868 – 1957) / Shōtōkan Ryū : Shuri-te, Shōrin Ryu
  • Kanbun Uechi (1877 – 1948) / Uechi Ryu : Chinees Shaolin Boksen
  • Chōjun Miyagi (1888 – 1953) / Gōjū Ryu : Naha-te, Chinees Boksen
  • Kenwa Mabuni (1889 – 1952) / Shito Ryu : Shuri-te, Naha-te, Judo, Bo-Jutsu
  • Hironori Ohtsuka (1892 – 1982) / Wadō Ryu : Ju-Jutsu, Shōtōkan-ryū, Kendo
  • Shigeru Egami (1912 – 1981) / Shōtōkai : Shōtōkan, Judo, Kendo, Aïkido
  • Masatoshi Nakayama (1913 – 1987) / Shōtōkan : Kendo, Judo, Tai Chi Chuan
  • Masutatsu Oyama (1923 – 1994) / Kyokushin : Kung Fu, Shōtōkan, Gōjū Ryu
  • Hidetaka Nishiyama (1928 – 2008) / Shōtōkan : Kendo, Judo
  • Taiji Kase (1929 – 2004) / Shōtōkan-ryū : Aïkido, Judo, Kendo
  • Tsutomu Ohshima (1930) / Shōtōkan-ryū : Sumo, Kendo, Judo
  • Hirokazu Kanazawa (1931) / Shōtōkan : Judo, Engels Boksen, Tai-chi, Kobudo
  • Keinosuke Enoeda (1935 – 2003) / Shōtōkan-ryū : Kendo, Judo

Om dit te illustreren is hier een korte video waarin een parallel wordt getrokken tussen MMA / UFC vechttechnieken en hun “oorsprong” in het Okinawan karate (geef uw eigen mening):

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze beoefening effectief blijft?

Om de effectiviteit van het “traditionele” karate te behouden en om te voorkomen dat men zich beperkt tot één stijl, is openheid van geest de sleutel. Natuurlijk betekent dit niet noodzakelijk dat je je methode, je dojo, je leraar of de krijgskunst die je beoefent moet veranderen. Het betekent gewoon dat je constant nadenkt over hoe we onze beoefening kunnen verbeteren:

  • door nieuwsgierig te zijn, vragen te stellen aan de leraar, en onderzoek te doen
  • door te kijken naar wat er in naburige stijlen wordt gedaan (bijvoorbeeld: de verschillen van een kata tussen twee scholen)
  • door technieken, tactieken, oefeningen te bestuderen die effectief lijken in een andere krijgskunst
  • door technieken uit een andere krijgskunst aan te passen aan je praktijk (hoewel ze misschien, in feite, al bestaan in je eigen vechtkunst)
  • door de aspecten die ineffectief lijken uit te dagen en te zoeken naar manieren om ze te verbeteren
  • door te oefenen je trappen en stoten op min of meer harde doelen (in plaats van altijd je bewegingen in lege lucht te oefenen)
  • door enkele kata’s van andere karatescholen te bestuderen (analyse, toepassingen, overeenkomsten…)
  • door alle toepassingen en technieken uit te werken in situaties van “straatgevecht” en zelfverdediging
  • door deel te nemen aan stages bij erkende en/of minder bekende experts, waaronder experts die een andere stijl beoefenen dan de jouwe
  • door naar Japan of Okinawa (of zelfs in China) te reizen als je de kans hebt
  • door een “aanvullende” discipline te beoefenen, zelfs voor een paar jaar (bijv.b.v. aikido, jujitsu, kobudo)

Door in deze gemoedstoestand te verkeren, kan je beoefening alleen maar verbeteren en zul je een “pad” volgen dat dichter bij dat van de grote meesters van karate ligt. Sensei Funakoshi zei ooit: “Er is geen stijl in karate”. Als een krijgskunst of karatestijl werkelijk alle andere zou overtreffen, dan zouden we dat weten. Zorg er alleen voor dat de jouwe in de juiste richting blijft evolueren, terwijl je respect en belangstelling toont voor degenen die anders beoefenen.

Hoe zit het met jou? Wat voor soort karate wil jij in je dojo beoefenen?

Vertaald door Emmanuel de Montbron

Auteur van het artikel

Antonio Guerrero
Karate Instructeur
5e Dan – BEES 2

Donnez votre avis

Partagez cet article
  • 400
    Shares

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *