8.1: Protistenrijk
Koninkrijk Protista
Protisten vormen een groep van alle eukaryoten die geen schimmels, dieren of planten zijn. Het is dan ook een zeer diverse groep organismen. De eukaryoten die dit koninkrijk, Koninkrijk Protista, vormen, hebben niet veel gemeen behalve een betrekkelijk eenvoudige organisatie. Protisten kunnen er heel verschillend uitzien. Sommige zijn klein en eencellig, zoals een amoebe, en andere zijn groot en meercellig, zoals zeewier. Meercellige protisten hebben echter geen zeer gespecialiseerde weefsels of organen. Deze eenvoudige organisatie op cellulair niveau onderscheidt protisten van andere eukaryoten, zoals schimmels, dieren en planten. Er wordt aangenomen dat er tussen 60.000 en 200.000 soorten protisten zijn, en vele daarvan moeten nog worden geïdentificeerd. Protisten leven in bijna elke omgeving die vloeibaar water bevat. Veel protisten, zoals de algen, zijn fotosynthetisch en zijn vitale primaire producenten in ecosystemen. Andere protisten zijn verantwoordelijk voor een reeks ernstige menselijke ziekten, zoals malaria en slaapziekte.
De term protista werd voor het eerst gebruikt door Ernst Haeckel in 1866. Protisten werden van oudsher in een van de volgende groepen ingedeeld op grond van hun overeenkomsten met planten, dieren of schimmels: de dierlijke protozoën, de plantachtige protofyten (meestal algen), en de schimmelachtige slijm- en waterschimmels. Deze traditionele onderverdelingen, die grotendeels gebaseerd waren op niet-wetenschappelijke kenmerken, zijn vervangen door classificaties op basis van de fylogenetica (evolutionaire verwantschap tussen organismen). De oudere termen worden echter nog steeds gebruikt als informele namen om de algemene kenmerken van verschillende protisten te beschrijven.
Protisten variëren van eencellige amoeben tot meercellig zeewier. Protisten kunnen lijken op dieren, planten of schimmels.