De WoW-stijl
Moderne kunst omvat artistieke werken die zijn geproduceerd tijdens de periode die ruwweg loopt van de jaren 1860 tot de jaren 1970, en duidt op de stijl en filosofie van de kunst die in dat tijdperk is geproduceerd. De term wordt meestal geassocieerd met kunst waarin de tradities van het verleden terzijde zijn geschoven in een geest van experiment. Moderne kunstenaars experimenteerden met nieuwe manieren van kijken en met nieuwe ideeën over de aard van materialen en functies van kunst. Een tendens weg van het verhalende, dat kenmerkend was voor de traditionele kunsten, in de richting van abstractie is kenmerkend voor veel moderne kunst. De meer recente artistieke productie wordt vaak hedendaagse kunst of postmoderne kunst genoemd.
De moderne kunst begint met de erfenis van schilders als Vincent van Gogh, Paul Cézanne, Paul Gauguin, Georges Seurat en Henri de Toulouse-Lautrec, die allen van essentieel belang waren voor de ontwikkeling van de moderne kunst. Aan het begin van de 20e eeuw revolutioneerden Henri Matisse en verschillende andere jonge kunstenaars, waaronder de pre-kubisten Georges Braque, André Derain, Raoul Dufy, Jean Metzinger en Maurice de Vlaminck, de Parijse kunstwereld met “wilde”, veelkleurige, expressieve landschappen en figuurschilderijen die door de critici het fauvisme werden genoemd. De twee versies van De dans van Henri Matisse betekenden een sleutelmoment in zijn carrière en in de ontwikkeling van de moderne schilderkunst. Het weerspiegelt Matisse’s beginnende fascinatie voor primitieve kunst: de intense warme kleur van de figuren tegen de koele blauwgroene achtergrond en de ritmische opeenvolging van de dansende naakten brengen de gevoelens van emotionele bevrijding en hedonisme over.