Wat is wildvlees?
Wild vlees verwijst naar het vlees van elk landdier dat wordt bejaagd voor voedsel, en wordt meestal niet op boerderijen grootgebracht. Er zijn duizenden dieren die kunnen worden gedood en gebruikt voor vlees. In Noord-Amerika zijn de meest voorkomende soorten vlees van wild herten, konijnen en eenden. Omdat dit soort vlees afkomstig is van wilde dieren die jagen en foerageren voor hun voedsel, is het meestal rijker van smaak en magerder in vet dan vlees van gedomesticeerde dieren zoals koeien en kippen.
Vlees van wild wordt gewoonlijk gegeten door jagers en hun gezinnen. Wanneer een jager een hert doodt, kan van het vlees van het dier een grote hoeveelheid biefstukken, braadstukken, worstjes en andere stukken worden gemaakt. Meestal wordt het karkas naar een plaatselijke slager gebracht voor verwerking tot eetbare stukken vlees, die vervolgens in een diepvriezer tot een jaar kunnen worden bewaard zonder kwaliteitsverlies.
De laatste tijd is dit soort vlees ook bij consumenten in populariteit gestegen, vanwege de heerlijke smaak en het lage vetgehalte. Venison, het vlees van herten, kan worden gekocht via postorderbedrijven en in tal van winkels in de Verenigde Staten. Bizonvlees, of buffelvlees, wordt ook steeds populairder; tegenwoordig is het mogelijk om bizonsteaks of -hamburgers te kopen in de meeste kruidenierswinkels, en om bizongerechten te bestellen in veel restaurants in het hele land.
Er is geen echt verschil in bereidingswijze tussen vlees van wild en gedomesticeerd vlees. Vanwege het lagere vetgehalte kan vlees van wild echter soms taaier zijn, en daarom kan het nuttig zijn om het vlees langzaam te laten garen op een lage temperatuur om het in bepaalde gevallen malser te maken. Vanwege hun krachtige smaak zijn zowel hertenvlees als bizonsteaks heerlijk om te serveren met een sterke rode wijn, of zelfs met een rode wijnsaus.
Andere soorten wildvlees die in de Verenigde Staten verkrijgbaar zijn, zijn wild zwijn, eland, eland en struisvogel. In Australië is kangoeroevlees gebruikelijk. In Afrika staat dit soort voedsel bekend als “bushmeat”, en verwijst het naar dieren als de antilope, de gnoe en de zebra.